 |
En dan niet die van het als een Fenix uit de as der tijden verrijzende
MCCW, maar de goede oude MCM-redactie; daar wil ik het deze maand eens
over hebben. Immers, het blijkt keer op keer dat ook de huidige
MSX-gemeenschap, die elkaar op het Internet treft — met zo nu en dan een
beursje — altijd nieuwsgierig blijft naar de tijden van weleer.
Bovendien, schreef hij eerlijk, Manuel dringt aan op een stukkie en het
is momenteel eigenlijk te druk om er echt voor te gaan zitten. Dan is
zo’n “uit de oude doos” bijdrage een snelle en hopelijk afdoende
oplossing...
De MCM-redactie heeft op meerdere plekken gezeteld, gedurende de jaren
dat het blad bestond. Maar het begon allemaal op een tweetal
zolderkamertjes in Amsterdam Nieuw Zuid. Waar ik woonde, boven mijn
ouders. Wegens mijn vaders ziekte ben ik daar tamelijk lang blijven
hangen, inderdaad.
De eerste maanden was het allemaal nog wel overzichtelijk, ik was er nu
eenmaal aan gewend om met ruimte te woekeren. Maar er kwamen steeds meer
computers binnen wandelen... en in die tijd had je er ook heel wat nodig.
MSX was nu eenmaal ontworpen als algemene standaard, maar dat viel in de
praktijk behoorlijk tegen. Allerlei fabrikanten hadden toch zo hun eigen
eigenaardigheden, die soms per model verschilden. Tegenwoordig weten we
waar die uitzonderingen aan liggen, toen niet. De enige manier om zeker
te zijn dat een stukje machinetaal inderdaad op een bepaalde machine
werken zou was uitproberen. En dus liep de populatie MSXjes in die
zolderkamers al snel behoorlijk uit de klauwen.
Om het allemaal nog een graadje erger te maken, een goede MSX
tekstverwerker was er nog niet. Dus het eigenlijke schrijven moest op
een — hou je vast — Commodore 64 gebeuren. En dat allemaal met maar
één
enkele tamelijk kleine werktafel, waar ook nog een aquarium op stond.
Dat aquarium heeft die hectische tijden niet lang overleefd: de
salamanders bleken massaal overleden en dat was maar goed ook, zo kon er
weer een stukje werkruimte worden geclaimd. Maar daarmee was de koek dan
ook wel op. Met regelmaat stonden er naast die tekstverwerker — om die
naam niet nogmaals te hoeven noemen — met zijn losse drive, eigen
monitor en aparte printer ook nog eens twee of zelfs drie MSXjes naast
en op elkaar op dat bureau. De rest van de vloot slingerde door de hele
ruimte, ‘s nachts moest ik regelmatig een stel van mijn bed jagen
alvorens tussen de lakens te kunnen kruipen. Het terugvinden van boeken
en software werd een asymptotisch uit de hand lopend probleem, de eerste
maanden: de stapels werden hoger en hoger en na iedere panische
zoekactie was de organisatiegraad weer wat minder. Inderdaad, de tweede
wet der thermodynamica begon mijn leven en werken te overheersen.
Maar pas nadat Lies en ik eens midden in de nacht bijna gesmoord werden
onder een deel van de bibliotheek — twee hoge stapels boeken en
tijdschriften naast mijn bed dat gewoon op de grond lag, waren
omgedonderd — kwam ik tot de conclusie dat het nu toch echt onhoudbaar
werd. Gelukkig was dat ook het moment dat bij de uitgeverij van MCM wat
ruimte vrij kwam, zodat ik kort daarop in een oude keuken kon
resideren. Met maar liefst twee werktafels en een rechtstreekse
verbinding tussen die tekstverwerker en de zetmachine. Een echte RS-232
kabel van pak-hem-beet twintig meter, 25-aderig uitgevoerd en zwaar
afgeschermd was een hele verbetering vergeleken met het acoustische
modem dat we tot die tijd gebruikten om teksten over te piepen. Voor hen
die dat niet hebben meegemaakt: een acoustisch modem is een apparaat met
twee rubber doppen, waar een telefoonhoorn in past. Niks geen aparte
kabeltjes, gewoon bellen en de hoorn inklemmen. Als je vervolgens maar
niet met de deuren slaat komt de tekst meestal redelijk goed over, maar
wel zo langzaam dat je op het scherm nog net mee kan lezen. Dat was knap
frustrerend soms, als er een spelfout in de als definitief bedoelde
tekst passeerde...
Volgende keer — tenzij ik inspiratie opdoe — verhalen uit de keuken!
|