MILC logo

IndexVorigeVolgendeLeeg

Uitleg AT-commando's
Onbekend, 01-09-94


                               ======================
			    UITLEG AT-COMMANDO'S
			   ======================

B. AT-commandostructuur.
-------------------------
Elk commando  wordt vooraf gegaan door de 'AT'-string. Iedere keer als
de  AT-string  door  het  modem  wordt  ontvangen  (als  het  modem in
commandotoestand staat),  detecteert het modem de baudsnelheid en past
het zich automatisch aan de snelheid  en pariteitsinstellingen  van de
computer aan. (DTE)


'AT' is de afkorting van ATtention.

Het  modem is of in commandotoestand,  of in onlinetoestand.
Het modem gaat van commíndo- naar onlinetoestand na:

a) een geslaagde verbinding in zowel autodial- als autoanswertoestand.
b) geforceerd op de lijn te zijn gezet.


Het modem gaat van online- naar commandotoestand indien:

a) de verbinding verbroken wordt.
b) de 'escapestring' is gegeven.

De escapestring.
Als U  het modem  een verbinding  hebt laten  leggen, dan zal het niet
meer  luisteren  naar  eventuele  ingevoerde  commando's.   Het  modem
verkeert dan  in onlinetoestand.  Dat is maar goed ook, want als we in
een over te seinen tekst de zin

WAT ZAG U OP MIJN SCHERM ?

zouden hebben staan, dan zouden de letters 2, 3, en  4 door  het modem
als het commando ATZ worden opgevat en dat zou betekenen dat het modem
de verbinding meteen verbreekt ! Betekent dat dan dat we de verbinding
alleen  nog  kunnen  verbreken  door  het  modem  uit  te  schakelen ?
Gelukkig niet! Het modem  reageert wel  degelijk nog  op een commando,
maar  dat  is  een  commando  dat  uit  een  vrijwel  niet voorkomende
combinatie bestaat. Het is het enige commando waarop  wordt gereageerd
en  bovendien,  mocht  het  commando  toch  nog  in  bepaalde gevallen
ongelukkig zijn gekozen, dan kunt U  het  zonder  meer  wijzigen  ! We
noemen dit commando de escapestring. Na deze string luistert
het modem  weer naar  de AT-commando's.  Deze string ziet er als volgt
uit:

   ~ +++ ~

Hierin geeft ~ een seconde pauze aan. Wordt er dus  gedurende minimaal
1  seconde   geen  signaal  gedetecteerd  en  daarna  drie  plustekens
ontvangen, waarna  tenminste  1  seconde  weer  geen  informatie wordt
overgedragen,  dan   gaat  het   modem  weer  naar  de  AT-commandoset
luisteren.

Overzicht van de commando's.


1. DIALING: Het kiezen van een nummer.

D    Cijfers 0-9
     subcommando's: P  Pulse kiezen. (draaischijf)
                    T  Touch Tone kiezen.
                    ,  Dialing pauze, 2 seconde.
                    ;  Terug naar COMMANDOTOESTAND na dialing
                    R  Wordt gebruikt bij het bellen van
		       originate-only modems.
                    W  Wacht op kiestoon.
		    @  Wacht op 'stil antwoord'. (5 sec. stilte na
		       ringdetect).
		    !  'Flash'.  (1/2 sec. hoorn op de haak)
    AT  d p w 0 , 04750 , 15492 @

Het apestaartje (@) wordt op plaatsen gebruikt waar  het afscannen van
de verschillende baudrates veel tijd in beslag neemt. Logt U in op een
bulletinboard  dat  wel  erg  lang  doet  over  het   scannen  van  de
verschillende baudrates,  dan kan het gebeuren dat het modem meldt dat
het geen carrier kan ontdekken en  de verbinding  verbreekt voordat er
van  enige  communicatie  sprake  kon  zijn.  Vooral de HCC FIDO-nodes
hadden hier nogal eens last van. Met een apestaartje achter het nummer
wacht Uw modem de stilte af, net zolang tot het de carrier tegenkomt.

A/   Voert het laatst uitgevoerde commando nogmaals uit.

2. ANSWERING: Automatisch beantwoorden van gesprekken.

A   Handmatig een binnenkomend gesprek beantwoorden.

N.B. Het  modem wordt  niet met ATA in autoanswertoestand gezet. Er is
het modem namelijk nog  niet  gezegd  na  hoeveel  rings  (S0)  het de
telefoon  moet  aannemen.  Men  kan  dus stellen dat het modem met het
commando AT S0 = 1 in autoanswer toestand wordt gezet.


3. Modeminstellingen.

-C  C0 Forceert het DCD signaal op V24 interface (PIN 8) UIT.
    C1 Forceert het DCD signaal op V24 interface (PIN 8) AAN.

Sommige   communicatieprogrammas   zoals   X-talk,   Mirror   en  MITE
(FRAMEWORK)  werken  nauw  samen  met  het DCD-signaal op pin 8.  Deze
programma's kijken naar de status van pin 8. Als de carrier weg  is en
pin 8  laag,  gaat het programma naar 'off-line' toestand. Zodra pin 8
hoog gaat, kan de gebruiker naar terminalmodus gaan,  tenzij DCD wordt
geforceerd met C1.

-E  E0 Alle commando's die U intikt worden NIET geecho'd.
    E1 Echo AAN.

-F  F0 Half duplex (Online lokale echo aan)
    F1 Full duplex

-H  H0 Modem op de haak. (ophangen)
    H1 Modem van de haak. (bezet)

-M  M0 Modem speaker uit.
    M1 Speaker aan totdat er een carrier wordt gedetecteerd.
    M2 Speaker altijd aan.

-I  0  Geeft produkt code door aan DTE
    1  Geeft produkt checksum aan DTE
    2  Geeft produkt checksum aan DTE
    3  Geeft produkt id code (bijvoorbeeld COMNET 3012 SA v.3.2)

-L  L0-L3 regelt het volume van de audiospeaker.

-O  Keert terug naar online-toestand.

-Q  Q0  Modem stuurt resultaatcodes naar de DTE.
    Q1  Modem stuurt geen restultaatcodes naar de DTE.

-Sr?  Leest de waarde van register r.
      (Zie registers)

-Sr=n  Zet register r gelijk aan de waarde n

-V  V0  Resultaatcodes zijn cijfers.
    V1  Resultaatcodes zijn Engelse woorden.

-Xn   Inschakelen uitgebreide resultaatcodeset.
 X0   Het modem meldt "CONNECT" wanneer een carrier wordt ontdekt,
      ongeacht de snelheid: 300 of 1200 of 2400 baud.
 X1   Het modem meldt "CONNECT" op 300 baud, "CONNECT 1200" op 1200
      baud en "CONNECT 2400" op 2400 baud.
 X2   als X1, bovendien wacht het modem op de kiestoon voordat het
      nummer wordt  gekozen. Wordt binnen 4 seconden geen kiestoon
      gedetecteerd, dan wordt de melding "NO DIALTONE" gegeven. In
      gesprek wordt niet herkend.
 X3   als X1, bovendien kiest het modem blind, dus zonder op een
      kiestoon te wachten. Wordt het in-gespreksignaal  gedetecteerd,
      dan wordt "BUSY" gemeld.
 X4   als X1, bovendien wacht het modem op de kiestoon voordat het
      nummer wordt gekozen. Wordt binnen 40 seconden geen kiestoon
      gedetecteerd, dan  wordt "NO DIALTONE" gemeld. Wordt het
      in-gespreksignaal gedetecteerd, dan wordt "BUSY" gemeld. Indien
      de 'handshaking'  (V25) niet succesvol verliep, komt het modem
      met de melding "NO CARRIER"



REGISTERINSTELLINGEN.

Het modem heeft ook een aantal registers. Deze kunt U voorzien van
verschillende waarden. De registers  worden  voor  het  overgrote deel
gebruikt om bepaalde waarden groter of kleiner te maken. Zo kan met de
registerinstellingen  het  aantal  belsignalen  waarna  een  modem  de
telefoon moet  opnemen (S0) worden ingesteld, de tijdsduur hoelang een
modem op kiestoon moet wachten, en  nog veel  meer. De  nieuwe en meer
geavanceerde  modems  beschikken  over  'non volatile memory'. In deze
modems kunnen  registerinstellingen blijvend  worden bewaard.   Dit is
ideaal, want  op deze  manier zijn dipswitches overbodig, en kunnen de
modems op veel meer  parameters  vast  worden  ingesteld  dan  met een
dipswitchblok (8-9). Het TS 2424 modem beschikt over zo'n non volatile
memory.

Registers die te maken hebben met DIALING.

S6
Funktie:    Bepaalt hoe lang het modem op de kiestoon moet wachten.
Parameters: 2-255 seconde
Defaultwaarde: 2
Bereik:  1 t/m 255
Dit register bepaalt hoe lang het modem moet wachten op de
kiestoon nadat de hoorn van de haak is genomen en voordat het
abonneenummer wordt gedraaid. De minimumtijd is 1 seconde.

S8
Funktie:    Bepaalt de pauzeduur voor het pauzeteken "," (komma)
Parameters:  0-255 seconde
Defaultwaarde: 2
Bereik:  0 t/m 255
De komma wordt gebruikt als pauzeteken in het abonneenummer.
(Bijvoorbeeld bij het kiezen van een nummer in een huiscentrale).
Normaliter is een pauze van 2 seconden voldoende. Meerdere
komma's achter elkaar kunnen worden gebruikt om de pauze te
verlengen.

S11
Funktie:    Bepaalt de snelheid bij het toonkiezen.
Parameters: 50-255 milliseconde
Defaultwaarde: 70
Bereik:  50 t/m 255


Registers die te maken hebben met ANSWERING .

S0
Funktie: Bepaalt het aantal belsignalen waarna moet worden opgenomen.
Parameters: 0-255 rings
Defaultwaarde: 0
Bereik:  0 t/m 255
Door een waarde van 1 t/m 255 toe te kennen aan dit register,
wordt het modem in auto-answermodus geplaatst. S0=0 zet deze
autoanswermodus uit. Het modem zal niet antwoorden op een
binnenkomend belsignaal.

S1
Funktie:    Telt het aantal belsignalen.
Parameters: 0-255 rings
Defaultwaarde: 0
Bereik:  0 t/m 255
Register S1 wordt iedere keer wanneer er een belsignaal wordt
geregistreerd, met 1 verhoogd. Voor de meeste applicaties zult U
niets met dit register hoeven te doen, maar het kan gelezen of
ingesteld worden.


Registers die te maken hebben met zowel DIALING als ANSWERING

S7
Funktie: De tijd dat het modem wacht op een carrier nadat er
	 gekozen of geantwoord is.
Parameters: 1-255 seconde
Defaultwaarde: 30
Bereik:  1 t/m 255
Nadat gekozen of geantwoord is, wacht het modem S7 seconden op de
carrier. Als het modem het carriersignaal niet binnen S7 seconden
dectecteert, verbreekt het de verbinding en geeft de
resultaatcode "NO CARRIER" waarna het terugkeert naar de
commandomodus.

S9
Funktie:    Carrier detectie response tijd.
Parameters: 1-255 (1/10 seconde)
Defaultwaarde: 6
Bereik:  1 t/m 255
De carrierdetectie responsetijd is de duur dat een carrier
aanwezig moet zijn, voordat het modem het als zodanig herkent.

S10
Funktie:    Bepaalt de tijd tussen het verlies van de carrier en het
            verbreken van de verbinding.
Parameter:  1-255 (1/10 seconde)
Defaultwaarde: 2
Bereik:  1 t/m 255
De vertragingstijd tussen het verlies van de carrier en het
verbreken van de verbinding maakt het mogelijk een korte pauze in
te voegen zonder dat de verbinding wordt verbroken. Wanneer S10 =
255, zal het modem de carrier negeren en zal het functioneren
alsof de carrier doorlopend aanwezig is.


Registers die te maken hebben met KARAKTERDEFINITIE

S2
Funktie:    Bepaalt de waarde van de ESC-code.
Parameter:  0-127 (ASCII)
Defaultwaarde: 43
Bereik:  1 t/m 127
S2 > 127 schakelt de ESC-code uit. De defaultwaarde voor S2 = 43.
Dit is een ASCII "+". S2 kan op elke waarde van 0 t/m 255 worden
ingesteld. Waarden groter dan ASCII 127 stellen de ESC-code buiten
werking en garanderen een geheel transparante verzending van
gegevens. Door de ESC-code buiten werking te stellen, wordt
voorkomen dat de gebruiker per ongeluk het verzenden van gegevens
afbreekt.

S3
Funktie:    Bepaalt de waarde van de Carriage Return. (CR)
Parameter:  0-127 (ASCII)
Defaultwaarde: 13
Bereik:  0 t/m 127
Normaliter is de ASCII waarde voor Carriage Return 13. Wanneer U
apparatuur hebt waarbij dat niet standaard is, kunt U de waarde
voor de Carriage Return code veranderen.

S4
Funktie:    Bepaalt de waarde van de line feed. (LF)
Defaultwaarde: 10
Bereik:  1 t/m 127
Parameter:  0-127 (ASCII)
De waarde voor de Linefeed wordt alleen in het Engels
weergegeven. indien U geen linefeed wenst, kun U deze waarde
veranderen in de "nul"-code.

S5
Funktie:    Bepaalt de waarde van de backspace. (BS)
Parameter:  0-32 or 127 (ASCII)
Defaultwaarde: 8
Bereik:  1 t/m 127
Dit is de terug-tik-toets, (backspace) die gebruikt wordt om de
cursor een positie terug te zetten en in de commandobuffer
een positie te wissen. De backspacetoets wist niet de AT
(attentie)-code. (Omdat AT geen ruimte in de commando buffer in
beslag neemt)


Registers die SPECIALE FUNCTIES hebben.

S12
Funktie: Bepaalt de tijd waarmee de escapekarakters omsloten worden.
Parameters: 0-255 (1/50 seconde)
Defaultwaarde: 50
Bereik:  20 t/m 255
Dit is de tijd tussen de laatste datakarakters en de eerste
escapekarakters. Zie: XXXX  ~+++~ XXXX.  "~" is de escapecode
wachttijd.

S13 - S15  (bit mapped)

S16   (bit mapped)
Funktie:    Testregister waarden.
Parameters: 0  normaal bedrijf
            1  analoge online loopbacktest
            2  dtmf toontest
            4  digitale loopbacktest

S17   (bit mapped)
Funktie:   Testregister waarden.
Parameters: 0  volumebesturing bit 0 (ALCO)
            1  volumebesturing bit 1 (ALC1)_
            2 0 - kiestoondetectie uitgeschakeld
              1 - kiestoondetectie ingeschakeld
            3 0 - bezettoondetectie uitgeschakeld
              1 - bezettoondetectie ingeschakeld
            4 0 - hoge transmissiesnelheid
              1 - lage transmissiesnelheid
            5 0 - Pulsekiezen
              1 - Dubbeltoonkiezen
            6 1 - Speaker ingeschakeld tot de carrier
            7 1 - Speaker doorlopend ingeschakeld


-&C 0 Forceer het DCD signaal (Pin 8) hoog.
    1 Laat het DCD signaal alleen dan hoog gaan indien er
      daadwerkelijk een carrier wordt gedetecteerd.

-&D 0 Forceer het DTR signaal (Pin 20) hoog.
    1 Ga terug naar  commando toestand  na het  verliezen van  het DTR
      signaal.
    2 Ga  terug naar  commando toestand  na het  verliezen van het DTR
      signaal en geen autoanswer.
    3 Ga terug naar de fabrieks-instellingen na het  verliezen van het
      DTR-signaal.

-&G 0 Geen guard toon
    1 550 Hz guard toon
    2 1800 Hz guard toon

-&L 0 Telefoon lijnen
    1 Gehuurde lijnen

-&W  Schrijf de instellingen weg naar non volatile memory.

-&F  Terug naar fabrieksinstellingen.

-&Zn  Schrijf telefoonnummer (n) naar non volatile memory.


    

Index

Vorige

Volgende